zondag 9 februari 2014

Een lastige keuze..

We staan voor een lastige keuze.  Hidde heeft het lastig op school. Hij loopt wat achter qua niveau. In groep 1 blijven zitten, en nu in groep 2 kost het ook nog wel moeite. Niet zo vreemd natuurlijk; Toen Hidde bij ons kwam was hij 2 jaar en 8 maanden oud, en was 80 centimeter lang en woog 9,6 kg. Hij kon net staan en was hartstikke ziek. Inmiddels heeft hij het fysieke ruimschoots ingehaald; hij is 1 meter 29 groot en weegt 29 kilogram. Bijna even groot als Jurre en even zwaar. Mij lijkt het nogal logisch dat je onmogelijk tegelijkertijd fysiek en mentaal zo’n enorme stap kunt maken. Hidde heeft dus eerst fysiek ingehaald, en je merkt dat hij ook mentaal nu grote stappen maakt.

Helaas is het op dit moment niet genoeg om op onze basisschool mee te kunnen komen. Op school is er geen vertrouwen dat Hidde het gaat redden in groep 3 en het advies luidt dan ook speciaal onderwijs. En dat is behoorlijk slikken. Niet omdat we iets tegen hebben op speciaal basisonderwijs, integendeel zelfs, maar de wetenschap dat ons manneke echt zo zijn best doet en dat het dan niet goed genoeg is dat doet pijn. Dat we voor de zoveelste keer een gesprek op school hebben en weer moeten horen dat hij nog niet mee kan komen terwijl wij als ouders zien dat ie toch zo vooruit gaat is frustrerend. Al ruim een jaar zijn we er nu over aan het steggelen en we hadden steeds nog de overtuiging dat Hidde, met de juiste hulp, hier op school zou kunnen blijven. Maar nu dus dan toch het advies voor het SBO gekregen. Wel een advies waar je even op moet kauwen, en behoorlijk over met nadenken. Het is nog zo’n klein manneke en vooral ook zo gevoelig… Inmiddels zijn we een paar dagen verder en zijn we wel zover dat het SBO op dit moment het beste is. In Sneek zijn twee scholen voor speciaal basisonderwijs, en nu is het dus zaak om de voors en tegens van beide scholen naast elkaar te zetten. En hoewel we in april een datum gepland hebben om in een gesprek met school definitief een besluit te nemen zou het zomaar eens kunnen dat Hidde eerder de overstap maakt. Want zoals wij het dan zeggen “kinst der miskien better troch fleane dan troch krûpe..”

vrijdag 14 december 2012

Vandaag precies drie jaar geleden...

Vandaag is het precies drie jaar geleden dat we in Haiti waren en onze mannetjes voor het eerst echt vast konden houden. We hadden een laptop bij ons en onderstaande tekst, waar ik nu nog de rillingen van krijg, heb ik toen die avond geschreven:
 
WE HEBBEN ZE BIJ ONS!!!!!!!!!!!!!
Na 15 maanden en 1 week wachten is het eindelijk zover; het is nu maandagavond, ongeveer half negen 's avonds. Op bed liggen onze jongens te slapen als een roosje.. Wat een dag is het geweest zeg. Vanmorgen rond kwart voor elf werden we, met z'n vijven, opgehaald en naar Bresma gebracht. Daar aangekomen werden we naar binnen gedirigeerd en werden onze kinderen gezocht. Myka was het eerst gevonden, daarna kwamen Thamarah en Wismailine, toen Schnaider en een tijdje later ook Clarel. Wow! wat er dan door je heen gaat is echt onbeschrijflijk, waanzinnig.. Schnaider wilde graag opgetild worden en drukte zich stijf tegen Gosse aan. Het is liefde op het eerste gezicht tussen die twee... Hij bleef rustig zo zitten. Clarel liet alles maar over zich heen komen; een dikke knuffel vond ie prima en verder keek hij wat om zich heen.
Na z'n anderhalf a twee uur in Bresma geweest te zijn wilden we eigenlijk wel terug naar het hotel, de kinderen waren moe en wij zelf ook door alle spanning en emoties..
We werden naar het buitenplaatsje geleid waar we moesten wachten op de chauffeur. In de veronderstelling dat hij wel snel zou komen gingen we zitten en speelden wat met de kinderen.
Maar al wat er kwam, geen chauffeur.. Op een gegeven moment duurde het zo lang dat er eerst nog eten werd gebracht voor de kinderen. Een soort van couscous met chocoladesaus of zo.. En een bord vol. De kinderen eten werkelijk als bouwvakkers... Daarna vielen Schnaider, Myka en Thamarah in slaap. Wismailine en Clarel bleven klaar wakker. Het duurde uiteindelijk nog een hele tijd voor we opgehaald werden. Eenmaal op onze hotelkamer aangekomen begon Schnaider te huilen. Hij liet zich gemakkelijk troosten door Gosse en toen was het goed. Beide mannen hebben een tijdlang op bed zitten te spelen en gek doen; het ijs was gebroken. Uiteindelijk waren ze zo moe dat ze zich makkelijk lieten omkleden en toen vielen ze al snel in slaap. We zijn benieuwd hoe het vannacht gaat..
Morgen wordt opnieuw een emotionele dag; als we het goed begrepen hebben worden morgen de biologische ouders naar ons hotel gebracht voor een ontmoeting.. Doodeng, maar tegelijk ook prachtig voor de jongens voor later...

woensdag 14 november 2012

"Adoptieouders zijn net mensen"

Onlangs kwam ik via Feestboek terecht bij een blog van  ene Annerieke Berg-de Boer. Het stuk wat zij geschreven heeft is voor mij zo ontzettend herkenbaar dat ik het graag met mijn lezers wil delen:

 

Als adoptieouder of adoptiekind vraag je je wel eens of er soms een groot bord om je nek hangt waarop staat: Vraag mij alles over mijn privéleven wat je wilt weten!

 
Zo voelt dat namelijk als je in de rij bij de supermarkt gevraagd wordt of haar (en met haar doelen ze dan op mijn kind dat in het winkelwagentje zit) moeder nog leeft (ik neem aan dat ze haar biologische moeder bedoelen, want zo slecht zie ik er toch ook niet uit), of we ook iets weten over haar 'echte' ouders en of dat nou duur is zo’n adoptiekind.
 
 
Je zou zeggen, vragen staat vrij toch? Beter vragen dan afvragen? Geloof me, ik ben de beroerdste niet. Ik leg mensen graag uit wat adoptie inhoudt en hoe zo'n adoptieprocedure nu eigenlijk precies in zijn werk gaat. Maar op vragen van volslagen vreemden over het privéleven van mijn kind dat naast me staat ga ik niet in. Die vragen vallen wat mij betreft in de categorie ik-ben-zo-nieuwsgierig-en-ik-vraag-het-lekker-gewoon. Als het dan ook nog eens op een manier en in bewoordingen gevraagd wordt waarvan mijn tenen zich krommen, mijn bilspieren zich samentrekken en de haartjes in mijn nek overeind gaan staan dan weet ik genoeg.
 
Wat is dat toch met sommige mensen? Die denken dat adoptiekinderen een soort gemeengoed zijn. Dat ze alles denken te weten over adoptie omdat ze iedere maandagavond naar Spoorloos kijken. Lieve mensen, adoptiekinderen zijn net mensen. Net als jij en ik. Die hebben gevoelens. En oren waarmee ze kunnen horen. Die horen de vragen die aan hun ouders gesteld worden in de rij bij de bakker. Ze gaan daardoor merken dat ze 'anders' zijn. Dat ze, doordat ze een ander kleurtje hebben dan hun papa en mama, in de spotlights staan en daardoor een aantrekkingskracht uitoefenen op iedereen die daar iets van 'vindt'.
 
Dan zijn er nog mensen die van adoptieouders een soort helden maken en op een hoog voetstuk plaatsen. Zodat adoptie iets wordt voor die ander, een ver-van-m'n-bed-show, een soort onmogelijke opgave alleen geschikt voor de allerbeste en meest bijzondere mensen. 'Dat jij dat kunt!' zeggen ze dan. 'Wat knap, ik zou dat nooit kunnen.' Knap? Een kind ontvangen in liefde en mama zijn voor een schepsel van God dat mij meer dan ooit nodig heeft? Waarom is dat knap? En gelukkig maar, wij adoptieouders zijn ook net gewone mensen. Die enorme opvoedblunders begaan en onpedagogische keuzes maken. Maar wat een geluk dan te weten dat: 'God doesn't call the qualified, God qualifies the called.'
 
Weet je wat pas bijzonder is? Dat mijn kind vanuit een ver land met andere gewoonten, geuren en mensen, zijn handje in mijn hand legt en die zonder te weten wat hem te wachten staat alles opgeeft wat hem vertrouwd is. Hij heeft alles moeten verliezen om met ons in het vliegtuig te stappen, op weg naar een volslagen onbekende toekomst in een land waar hij nog nooit van gehoord heeft. Dat vervult mij met diep respect en liefde voor alle adoptiekinderen. Vaak zo kwetsbaar, maar toch onvoorstelbaar flexibel en veerkrachtig. Wonderbaarlijk toch?!
 
Zullen we met z'n allen proberen de buitenwereld voor onze adoptiekinderen zo veilig mogelijk te maken, en onze gevoelige vragen en soms zelfs kwetsende opmerkingen lekker voor onszelf te houden? Of nee, nog beter: Google ze! Dan kom je hier terecht!

Ik onderschrijf dit stuk volledig. Inmiddels stoor ik mij er niet meer aan, valt het mijzelf misschien ook minder op dat mensen naar ons kijken. Maar mijn god, wat had ik er in het begin een gruwelijk hekel aan als een volslagen onbekende de jongens over het haar streek met steevast de bijbehorende tekst "ik moet even voelen". Of, als je braaf de vraag beantwoord had waar ze vandaan komen, meteen de reactie kwam van "ach, zijn zij van de aardbeving?" En, wat mij ontzettend irriteerde, ook het gevoel dat je een soort van kermisattractie bent. Maar, zoals ik al zei, het stoort me nu niet meer. Ik laat het over me heen komen. Zelfs bij de opmerking "wat leuk, van die bruine kindertjes die Fries praten. Maar eigenlijk horen ze hier niet..", kon ik mij inhouden. Al zal ze ongetwijfeld geschrokken zijn van de hoeveelheid stoom die uit mijn oren kwam.....

donderdag 14 juni 2012

De mannen worden steeds wijzer...

Onze heren zijn zo langzamerhand veranderd in een paar praatgrage kleuters. De opmerkingen die ze maken en conclusies die ze trekken werkt regelmatig op onze lachspieren. Hier zijn een paar...

Jurre heeft net een hele serie tests bij de praatjuf achter de rug. En hoewel hij eigenlijk niet hoeft terug te komen, wil de stagiaire graag nog wel wat woordjes met hem oefenen. Net als we uit de auto stappen komt er uit het gebouw, waar naast de logopediste tal van andere therapeutische diensten gehuisvest zijn, een oudere dame met rollator. Jurre kijkt even van haar naar mij en zegt: “die beppe  is ek klear mei  testen bij de praatjuf”/”die oma is ook klaar met testen bij de praatjuf”
  
Hidde gaat sinds kort ook naar zwemles. Beide zwemmen nu op hetzelfde tijdstip, alleen Jurre is bijna klaar. In de les van Jurre wordt er uitgezocht wie er mogen proefzwemmen. Thuis leggen we Jurre uit wat proefzwemmen inhoudt. Als de zwemles voorbij is komen beide mannen aangehuppeld. Hidde vertelt enthousiast: “ikke juf freegje  ikke proefswimme mei, juf seit jawol…”/ik juf vragen of ik mag proefzwemmen, juf zegt jawel…”
Toch wel een beetje verbaasd constateren wij dat de broeken van Jurre alweer te kort worden. Heit zegt tegen Jurre “dat bedoelde de badjuf niet met lang maken…”
Hidde heeft geen zin om te gaan slapen. Hij staat boven aan de trap. Eenmaal boven heft hij zijn vingertje “ik hoes net op bêd, ikke klear sliepen”/ “ik hoef niet op bed, ik ben klaar met slapen”.

zaterdag 19 mei 2012

Blauw tractor of rode tractor?

Het heeft weer even geduurd, maar hier dan toch weer eens een berichtje van onze kant…
Het gaat hier nog steeds prima overigens, maar dat terzijde.

Misschien is het handig om, ter verduidelijking achteraf, vooraf te vertellen dat Hidde een shirt droeg met een prachtige blauwe tractor…

Vanmorgen zaten we gezamenlijk lekker aan de koffie met, zoals we gewend zijn op zaterdag, een croissantje en roombroodje. De jongens zaten lekker achter een beker rode limonade. Beide waren druk aan het vertellen over van alles en nog wat. Uiteraard met de daarbij horende rondzwaaiende armen.. Ik keek van Hidde naar de limonade, en schatte zo in dat het niet heel lang kon duren voordat de limonade in het rond zou zeilen.. 
Daarom zei ik tegen Hidde “denk om je drinken, schuif het maar wat verder op de tafel.”
Hidde keek me aan en antwoordde “oars (anders) tractor wiet (nat)?”
Ik knikte. Hidde blikte even in zijn beker, keek toen weer naar mij, haalde zijn schouders op en zei: “dan is it een reade (rode) tractor…..”
En daar is natuurlijk weer geen speld tussen te krijgen..

zondag 11 maart 2012

Er was eens...


Er was eens een klein jongetje dat niet wilde slapen. Hij was vier jaar oud, en vond dat hij zelf wel mocht weten wanneer hij naar bed ging. Mama en papa waren het hier niet zo mee eens en brachten hem gewoon naar bed op een tijdstip dat alle kleine jongetjes in bed zouden moeten liggen.  Maar het manneke hield voet bij stuk:  “ik hoes net op bêd” was het enige wat hij zei. Toen papa en mama hem toch zijn pyjamaatje aantrokken vond hij het nog wel goed. Want als de pyjama aan moest werden er ook altijd verhaaltjes voorgelezen en dat was altijd feest. Maar toen daarna het licht uit ging en het jongetje alleen met het nachtlampje aan achter bleef in zijn bedje werd hij boos. Heel boos. Hij had toch al gezegd dat hij niet wilde slapen? Papa en mama waren stom, want ze luisterden niet. En dus ging hij huilen. Huilen hielp meestal wel, papa of mama kwam dan immers altijd wel even kijken? Het duurde dan ook niet lang voor papa bij hem kwam. Hij troostte het jongetje en vertelde dat hij nu echt moest gaan slapen. Eigenlijk was het jongetje ook best wel moe en hij beloofde papa dat hij zou doen wat papa zei. Maar toen papa weer weg ging werd het jongetje boos. Heel boos. Hij begon te brullen en gooide al zijn knuffels door de kamer. Zo, nu moest papa of mama wel luisteren. Want het was allemaal zo oneerlijk. Waarom hoefden zij nooit te luisteren en moest hij dat altijd wel? Belachelijk was het, en dat zou hij laten weten ook. Hij hoorde mama de trap al opkomen. Mama was niet blij. Ze zei dat hij nu echt moest gaan slapen. Het was al donker en al heel laat. Maar wat kon hem dat schelen? Hij had geen slaap, punt uit! Maar mama was vastbesloten. Zij ging weer naar beneden en het jongetje bleef opnieuw alleen achter. Nu was hij echt woest. Wat meende zijn mama wel niet? Hij kon toch zeker zelf wel bepalen wat goed voor hem was? En dus begon hij opnieuw te brullen. En weer kwam mama boven. Nu kreeg hij zijn zin, hij mocht mee naar beneden. Dat mama zei dat dat was omdat zijn broer al sliep, maakte hem niet uit. Eenmaal beneden begreep het jongetje er niets van wat mama aan het doen was. Ze zocht iets. Toen het jongetje er naar vroeg zei mama dat ze op zoek was naar behang en lijm. Dat vond de kleine vent best wel gek. En toen mama zei dat dat was om hem er achter te plakken snapte hij het helemaal niet meer. Inmiddels zat hij lekker op de bank met wat drinken. Zijn oogjes werden nu ook best wel heel zwaar. Toen mama dan ook zei dat ze hem weer naar boven zou brengen protesteerde hij ook niet meer. Het was mooi geweest voor nu, maar morgen, morgen zou hij het precies weer zo doen… Misschien…


donderdag 8 maart 2012

Feest en verdriet dicht bij elkaar

Hieperdepiep hoera! Jurre is 6 jaar!
Dat stond er op de kaartjes die ik gemaakt had voor aan de "uitdeelcadeautjes"...
Afgelopen maandag, 5 maart, was het zover. Onze oudste werd zes jaar. Anders als vorig jaar wist hij nu precies wat er ging gebeuren. Al een paar weken van tevoren begon hij te vragen hoeveel nachtjes hij nog moest slapen voor hij jarig zou zijn. Ook had hij wel heel duidelijk voor ogen wat voor cadeautjes hij wilde; Lego, Lego en nog meer Lego ennnn... een heuse oogstmachine van Bruder. Dit vooral omdat die wel heeeel groot is...
En natuurlijk moest er een kinderfeestje gepland worden, waarbij de kinderen ook moesten komen eten..

Afgelopen zondag werd het begin van de verjaardag ingezet; er kwam 's middags al wat familie langs. Toen hij maandagochtend wakker werd was het eerste wat hij zei "ik ben nu flink groter gegroeid" en het tweede "zijn er ook slingers?".. Hoe anders was dat vorig jaar toen hij er helemaal geen benul van had en dacht dat de cadeautjes van Flinkeklaas kwamen.
Eenmaal beneden besliste hij heel resoluut dat de kussens op zijn stoel nu wel weg konden omdat hij nu immers groot was, en in dezelfde adem zei hij dat een "ruft" 's nachts ook niet meer nodig is want "ik ben nu zes".. Hmmm... we zullen zien... De rest van de dag was het natuurlijk feest en ook het kinderfeestje gistermiddag was dolle pret.

Vandaag was alles weer gewoon..
Gewoon weer naar school en geen visite bij thuiskomst.
Toen we tussen de middag gezellig met z'n drietjes aan tafel zaten vroeg hij opeens uit het niets "hoe sjocht oare pake der út?". Ik legde hem uit dat het immers de pake van de foto in de kast is... Hij liep er naar toe, keek er aandachtig naar en zei "o ja". Toen dacht hij even na en zei "wêrom is pake net thús, dat is toch net leuk foar beppe?"..... Ik schoot vol en probeerde uit te leggen dat pake nu in de hemel woont, en dat dat inderdaad niet leuk is. "Nee" zei hij "want ik ha him noait sjoen" en meteen daarop "hat mem him wol sjoen? " Daar moest ik eigenlijk wel weer om lachen en ik beaamde het en vertelde meteen dat neef Marc en nicht Rianne hem ook wel kenden en dat wij boven een foto hebben waar kleine Marc bij pake op schoot zit. Die foto wilde hij wel eens even zien. We togen samen naar boven en ik gaf hem de bewuste foto. Hij keer er even naar, gaf de foto terug aan mij en besloot "ja, die pake is fêst wol leaf".. En dat is een ding wat zeker is.....